Wethouders werken samen aan vitaal buitengebied
MILL - In het radioprogramma Regelkevers schoven dinsdag wethouders Antoinette Maas van milieu en biodiversteit en Mark Janssen van Gaal van landbouw en ruimtelijke ontwikkeling aan om te praten over het nieuwe bomenbeleid en het vitale buitengebied in het Land van Cuijk. Het gesprek belicht de uitdagingen, samenwerking en ambitie die nodig zijn om tot duurzame oplossingen te komen.
Het nieuwe bomenbeleid stelt een ambitieuze doelstelling: 90.000 nieuwe bomen. Wethouder Maas legt uit dat deze bomen niet zomaar uit de lucht komen vallen. “We hebben al een groot bomenbestand, met gemeentelijke en particuliere bomen, én bosaanplant. De afgelopen drie jaar hebben we hard gewerkt aan deze opgave samen met scholen, waterschappen, milieuverenigingen en Staatsbosbeheer. We staan nu op 89.000 en binnen een paar maanden bereiken we de 90.000.”
De kosten worden deels gesubsidieerd door de gemeente, met ondersteuning van de provincie en andere partners. Maas benadrukt dat het ook gaat om jonge aanplant: “Sommige bomen zijn slechts een meter hoog, maar groeien mee met de tijd.”
Eén visie, twee wethouders
Het vitale buitengebied vraagt om nauwe samenwerking. Maas en Janssen trekken hierin samen op, hoewel hun achtergronden – milieu en landbouw – soms tot verschillende inzichten leiden.
Janssen: “Niemand is de baas. We leren van elkaar en brengen inzichten samen. Zo verminderen we polarisatie en creëren we een middenweg die werkt voor iedereen.”
Maas vult aan: “Door samen veldbezoeken te doen, leren we niet alleen van boeren en milieuorganisaties, maar ook van elkaar. Dat leidt tot betere oplossingen en gebalanceerd beleid.”
Praktijkvoorbeelden: Samen oplossingen vinden
De samenwerking tussen Maas en Janssen leidde bijvoorbeeld tot een plan rondom gewasbeschermingsmiddelen. In plaats van een direct verbod, werd besloten om in kernranden kruidenrijk grasland aan te leggen. Dit creëert afstand tussen akkerbouw en woongebieden en biedt tegelijkertijd kansen voor koeienboeren. Janssen: “Zo slaan we een brug tussen de belangen van boeren, burgers en milieu.”
Hoe vitaal is het buitengebied?
Volgens Maas is het buitengebied nog niet vitaal genoeg. Ze geeft het een onvoldoende: “De milieudruk moet omlaag, stikstof moet worden verminderd, en de waterkwaliteit moet omhoog. Hoewel we stappen zetten – zoals biodiversiteit verbeteren en geurbeleid aanscherpen – is er nog veel werk te doen. Hopelijk scoren we in 2030 een zeven.”
Janssen nuanceert: “Het glas is wat mij betreft iets voller. We werken hard aan een nóg beter vitaal buitengebied. Het kan altijd beter, maar we boeken vooruitgang.”
Waterkwaliteit: Wat kunnen we doen?
De waterkwaliteit is een belangrijk thema. Maas en Janssen zijn het erover eens dat verbeteringen nodig zijn. Janssen: “Het gaat om water in sloten, niet direct om drinkwater. Samen met boeren, het waterschap en milieuverenigingen meten we de huidige situatie en werken we aan verbeteringen. Nieuwe technologieën zoals precisielandbouw kunnen hierbij helpen.”
Maas voegt toe: “Het is belangrijk om verder te kijken dan alleen agrarische vervuiling. PFAS, riooloverstorten en andere bronnen spelen ook een rol. Ons agrarisch beleid richt zich op reductie van gewasbeschermingsmiddelen, wat bijdraagt aan schonere bodem en waterkwaliteit.”
Discussies en keuzes
Hoe lastig zijn de gesprekken met diverse belanghebbenden? Maas ziet het positief: “Iedereen behartigt zijn eigen belangen en dat is logisch. Het is onze taak om een balans te vinden. Stimuleren werkt vaak beter dan verbieden, maar soms is een verbod nodig. Zo hebben we rondom dorpen en natuurgebieden beperkingen opgelegd voor intensieve teelten zoals lelies.”
Janssen onderschrijft dit en benadrukt dat nuance belangrijk is: “We willen geen harde polarisatie. Het is beter om samen met de sector te werken aan een duurzame toekomst.”
Wat merken inwoners?
Inwoners zien de veranderingen niet altijd direct, maar volgens Janssen is de impact al voelbaar. “Boeren en milieuverenigingen merken dat ze serieus worden genomen. Beleid zoals geurbeheersing en verduurzaming heeft tijd nodig, maar de richting is duidelijk.”
Maas sluit af: “We hebben net een geurbeleid vastgesteld dat de cumulatie van geur aanpakt. Dit beleid beschermt inwoners beter dan ooit tegen overmatige geurbelasting.”
Conclusie
Het Land van Cuijk staat voor grote uitdagingen, maar de samenwerking tussen Maas en Janssen laat zien dat politiek niet altijd hoeft te polariseren. Door samen te leren en oplossingen te vinden, zetten ze stappen naar een vitaal buitengebied dat ruimte biedt aan natuur, landbouw en inwoners. Een ambitieus proces dat tijd en doorzettingsvermogen vraagt, maar waarvan de eerste vruchten al zichtbaar zijn.